Hendrik Conscience / zijn persoon en zijn werk
hij putte uit vreemde literatuur: Dante, Goethe, Byron, Walter Scott. In 1830 en later leverden de woelingen van den tijd hem het onderwerp van bewogen tafereelen vol koortsig leven, die
klopte de polsslag van den tijd; als bij hun schepper straalde hun passie over hun omgeving uit en zette alles in een nieuwen glans. Hun
pers in Belgi? ingevoerd, een maand juist vóór de revolutie, wanneer zijn eerste doek te Brussel veel opzien baarde. Na eenige jaren was zij er overheerschend. Conscience, voorbereid door zijn lectuur om haar richting als de zijne te herkennen, werd haar woordvoerder
eten geest van Rubens en het heropwekken van den Nederlandschen zin voor kleur drijft hen op eenzelfde pad. De noodlottige invloed van David, die te Brussel een tijd lang als een
erjaer" vertoonen zware gestalten, koppen die van Rubens' Antwerpsche schilderijen-min het schoone-zijn afgekeken. De Geertruid in den k
as een wyd stuk land, in gedaente een driehoek gelyk, waer van de langste zyde door de Herenthalsche vaert bewaterd werd. Hier waren duizende menschen verspreid. Allen, behalven vro
van den "Leeuw
en lindeboom onder de klanken eener weemoedige ballade doen zuchten." Het liefje wordt geschaakt. Zijn "roozenkleur" vergaat onder zijn tranen, "en kwynend en door mistroostigheid afgemat", wandelt
smolt Geertruids hart weg, by het denken dat haren vader dáer binnen was." Conscience speelt met haar woorden als een blinde met kleuren, zet "zoodra (aussit?t)" voor "onmiddel
ters, die in de buurt geopend werden, alleen de stilte stoorden, die nog in de half verlichte Keizerstraet heerschte." Behalve door zulke beelden die hem aangenaam-bekend in de ooren klinken, wordt hij bekoord door een roes van woorden en lieve
luidende toonen," worden deze schetsen door een zéer toegeeflijk tijdgenoot genoemd. In tijdschriften verschijnen verder nog enkele schetsen van Conscience, waar "De Pelgrim in de
jn vriend gedichten maakte of artikels schreef voor dagbladen. In dezen heldenroman tracht Conscience zich boven het weeke te verheffen. Hij beschrijft Adolf van Nieuwland als een jonge ridder
werk, dat wel eens een epos
en kunnen woonen. Met een werd alles door haer ingepakt, en de deuren gesloten hebbende, gingen zy met hare kinderen ter Gendpoort uit.-Ontellyke huisgezin
het zoo stil al
r gevechten, als het volgende, waardoor Machteld, de dochter van den
h door bevochtigd.... De geslachte Franschman viel uit den zadel.... en het meisje werd nog met nydigheid tegen het harnas gedrukt. Na een vluchtig oogenblik lieten de armen van het lyk haar los; vrouw en lyk rolden beiden op den grond..... Het gevecht scheen nu nog hardnekkiger te worden, want by het zien van het rookende bloed, wierden deze strydbare mannen als door razerny vervoerd: de peerde
geweest; diensvolgens was de zon nog niet boven de kim, en de velden waren nog niet met hare stralen verlich
door bij het begin van het gevecht; dan klimmen de dampen boven het woud, en de toppen der boomen kleuren zich met
ndelijke benden uitstaken. De peerden der voorste gelederen stampten ongeduldig met de voeten, en besproeiden hunne yzeren deksels met witte vlokken schuim. De bazuinen zonden hun galmende toonen als in een feestgejuich door de zuchtende boomen van het Neerlanderb
gezicht van een landschap, het gevoel van den strijd, waar de jonge schrijver bij was met al zijn enthousiasme, zijn genoegzaam geslaagd. Een beoordeelaar va
el de belangen van het vaderland, zij staan niet langer in betrekking met de dagelijksche nooden en vreugden van het leven; zij worden vaten van vaderlandsliefde, en daardoor ontstaat ee
ing in de vaderlandsche geschiedenis. Mooier dan in het Wonderjaer, vonden de Vlamingen in den Leeuw van Vlaenderen een taal terug, die ze voor letterkundig gebruik ong
éable délassement. Grande a été ma surprise, d'y retrouver (à peu de mots près) ma langue maternelle dans toute sa pureté, dans sa noble simplicité.... Oui, Monsieur, disons-le sans hésiter
hoofdstukken een rustpunt vormen tu
en vinden. Ik was uiterst verwonderd toen ik er (op eenige woorden na) mijn moedertaal in weervond met al haar zuiverheid, met haar edelen eenvoud.... Ja, Mijnheer, ik wil het zonder aarzelen zeggen,