De Koran
vende elementen uit de Seldsjoeken, uit de Mongolen en zelfs uit de Grieken, bleef voorloopig gering. Toch volgden de veroveringen elkander regelmatig op: na een aantal kleinere Grieksche kasteelen
ksche bevolking van de veroverde steden kreeg vrijen aftocht met haar hebben en
. Onder de infanterie was spoedig het meest beroemde corps dat der Janitsaren (Yeni-Cheri, nieuwe troepen), gevormd uit van onderworpen Christenen afgenomen jonge kinderen, jaarlijks ongeveer duizend, die in den Islam opgevoed werden en van hun jeugd af op de wijze der Spartanen geheel voor den krijgsdienst gehard; de inrichting, eigenlijk een schepping van Kara-Khalil-Tcherendeli, een oom van Ourkhan, berustte op de uitspraak van den Koran, dat alle kinderen bij hunne geboorte neiging tot den Islam vertoonen; het
tijd van het bestaan van het Grieksche rijk meermalen voorkwamen. Sule?man bezette op zijn tocht naar Europa in 1353 het kasteel Tsympe bij Gallipoli en drie jaar later Gallipoli zelf, toen de muren van die stad ten gevolge van een aardbeving ingestort waren: dit was goddelijke voorbeschikking,
gingen trachten een kruistocht tegen de Muzelmannen in Europa te organiseeren. Het eerst deed dit paus Urbanus V, maar in het Westen bestond voor de zaak nog geen genoegzame belangstelling. Het waren voorloopig alleen de onmiddellijk bedreigden, die zich ernstig inspanden de Turken uit Europa te verjagen. Verbindingen werden daartoe aangeknoopt door de Hongaren onder hun koning Lodewijk den Grooten, de Servi?rs onder Voukachine en Ougliecha, twee broeders, die regeerden in het onder Stephanus Doughan v
ogen tegen de Seldsjoeken (zie boven), toen verbonden zich opnieuw de Servi?rs, nu vooral die uit het eigenlijke Servi? onder hun czaar Lazarus, met Boelgaren en Bosni?rs en Walachen en Hongaren en Polen. In haast kwam Moerad I uit Klein-Azi? terug en ontmoette een leger der v
werd hij verplicht hun militairen steun te verleenen en één van zijne zoons als gijzelaar te stellen. Daardoor kreeg reeds Moerad I grooten invloed op de regeering te Constantinopel en, toen Johannes V in twist geraakt
me voert; soms komt een treffende, edelmoedige trek te voorschijn, een medelijdende opwelling van den sterkere als overwinnaar tegenover den overwonnene, soms treft daartegenover een groote wreedheid. De laatste zien ze het eerst duidelijk bij Bayezid I, die na den slag van Kossowo een aantal dappere vijanden liet afmaken,-en tegelijkertijd zij
nd. Na Kossowo was Servi? evenals Walachije schatplichtig; Boelgarije, waar Sischman een dubbelzinnige rol gespeeld had, werd geheel onderworpen en onder Turksch bestuur gebracht. Te Constantinopel nam Bayezid's invloed toe: Manuel, de tweede zoon van Johannes V, gijzelaar in Turksche handen, moest voor Baye
rken een inval gedaan in Bosni?, reeds hadden ze, voorloopig zonder succes, Hongarije aangevallen (1391). Dit laatste land had zich, tot zijne schade, tot nog toe weinig o
e-legers als dit heeft Europa in lateren tijd, vooral tegen Lodewijk XIV en tegen Napoleon, meermalen in het veld gebracht en altijd waren het dezelfde gebreken, die hen aankleefden; gemis aan eenheid van leiding, slechte samenwerking van heterogene bestanddeelen. Bij de kruisvaarders van 1396 bestaan die gebreken in de hoogste mate: een eenigszins voldoende organisatie ontbrak hun. Het kruisleger trok langs den Donau naar Nicopolis in het Noorden van Boelgarije; Bayezid, die bezig was met het beleg van Constantinopel, hief dit op en trok Noordwaarts. De beide legers schijnen ongeveer even groot geweest te zijn, maar de Turken, gesteund door een Servisch hulpleger onder Stephanus, den zoon van Lazarus, stonden onder één leiding. Bij de Christenen kon men
doel geheel bereikt had, kwam opnieuw eene afleiding, nu niet uit het Westen, waar keizer Manuel II weer tevergeefs hulp was gaan zoeken, maar, ongevraagd door den keizer, uit het Oosten. Bayezid had in Klein-Azi? een einde gemaakt aan al d
t uit en na het overwinnen van groote moeilijkheden werd Timoer onafhankelijk vorst van Transoxiane, daarbij vooral steunende op de Muzelmansche geestelijke orden, makende van zijn rijk een soort theocratie. Dan beginnen de veroveringen naar het Westen. Timoer voert zijne heerscharen van zijne hoofdstad Samarkand uit naar het rijk van Kiptschak en vernietigt dit, een feit van beteekenis, omdat daardoor Rusland's opkomst mogelijk wordt; het rijk leefde voort in brokstukken, waarvan het Tataren-rijk in en om de Krim het meest bekend werd. Ook in Perzi? tot Bagdad toe, in Voor-Indi? zelfs, deed Timoer zijne macht gevoelen. Evenmin als andere groote Aziatische veroveraars was hij een organisator: zijn rijk hing heel losjes samen, het was voorbestemd na zijn dood uiteen te vallen. Had Timoer de kaliefwaardigheid verkregen, die de Muzelmansche priesters hem zeker toegedacht hebben, misschien zou er meer vastheid in zijn rijk gekomen zi
an het Turksche
oor de omstandigheden krachtiger scheen. Toch werd de Osmanische macht niet reddeloos geslagen. Geen der Balkan-machten wist op een afdoende wijze van de gelegenheid te profiteeren; allen zorgden alleen voor zich. Toen nu Mohammed I, één der zoons van Bayezid I, zijn broeder ter zijde had geschoven en alleen sultan geworden was, toen kon hij onmiddellijk opnieuw gaan opbouwen. En zijn zoon Moerad II, die h
rken zóó in verwarring, dat zij het beleg opbraken. De meer proza?sche oorzaak zoekt het aftrekken van Moerad II in een opstand in Klein-Azi?. In elk geval was de druk der Turken te Constantinopel spoedig zóó groot, dat keizer Johannes
erad II zelf een nederlaag toe aan de Morawa, dicht bij Nisj, in Servi?, trok daarop in den winter den Balkan over en dwong de Turken bij een wapenstilstand voor tien jaar, gesloten te Szegedin in Hongarije, Servi? en Walachije geheel vrij te verklaren. Moerad besloot daarna de regeering over te dragen aan zijn veertienjarigen zoon en Mohammed II en trok zich terug in een klooster in Klein-Azi?. Lang bleef hij hier niet, want Hunyadi, geraden door een pauselijk legaat in zijn legerplaats om ook Boelgarije te bevrijden, verbrak den wapenstilstand. Moerad toog weêr op het strijdpad en nu won hij. Bij Warna leed Hunyadi een geduchte nederlaag, waarin de legaat en vele aanzienli
d de regeering voeren tot zijn dood in 1451 toe. De laatste jaren waren vol van een hevigen strijd met een nieuwen, geduchten vijand: de Albaneezen. Zij waren ten tijde van Moerad I onderworpen geweest, maar na de débacle van Angora vrijgeworden en ze hadden een aanvoerder van buitengewone bekwaamheden gevonden in Scander-beg, zoo
paal gebleven. En om andere dan godsdienstige belangen stelde geen der Europeesche mogendheden genoeg belang in het Balkan-schiereiland, om voor het bedreigde Byzantium in de bres te springen. Alleen Veneti? en Genua verleenden eenigen steun. Al was Constantinopel dan ook een groote stad-het telde bijna 200.000 inwoners, voor dien tijd een zeer groot aantal-al was het zeer sterk gelegen, aan zich zelf overgelaten moest het verloren gaan. Het verdedigingsleger telde niet meer dan 8000 man, menschen uit allerlei nati?n; Mohammed II zou niet minder dan 200.000 man voor het beleg hebben aangevoerd en bovendien bracht hij een groote vloot bijeen om de Dardanellen en den
n de Christenen er ongemolesteerd blijven wonen met behoud van hunnen godsdienst. De geheele organisatie van de Grieksche kerk bleef onveranderd bestaan, De eerste patriarch na de verovering werd door Mohammed met veel onderscheiding behandeld en met dezelfde ceremoni?n gewijd als in den vroegeren tijd gewoonte ge
(1467) tot Turksche provinci?n gemaakt en ook maakte Mohammed voorgoed een einde aan het bestaan der Zuidelijke staatjes zooals het hertogdom Athene, waardoor nu ook in Midden-Griekenland en Morea de Turksche heerschappij gevestigd werd (1456–1460). Slechts Veneti? behield enkele steden als Koron, Pylos en Nauplia. Ernstige tegenstand werd hier niet ondervonden. In Albani? kreeg Mohammed II eerst eenigen invloed na den dood van Scander-beg in 1467. Aan de Noord-Oost grens herstelde hij de
h leger zich aan de Oostkust van de Adriatische Zee vertoonde, sloot de lagunenstad vrede, waarbij het enkele eilanden in de Aege?sche Zee, o.a. Lemnos en Euboea (Negropont), benevens enkele plaatsen in Albani?, o.a. Cro?a, moest afstaan; dan betaalde het een oorlogsvergoeding en voortaan een jaarlijksche schatting; dat was een dure prijs voor enkele handelsvoordeelen, die het wist te bedingen5. Ook in de I
pa was. Op buitengewone wijze hadden de omstandigheden hem begunstigd; noch in Europa noch in Azi? een macht, die hem ernstig in zijne plannen had kunnen dwarsboomen. Persoonlijke dapperheid alleen had Belgrado en Rhodus als twee Christelijke bolwe
ang na den dood van Mohammed II ontruimd. Viel Bayezid II niet aan, hij behoefde evenmin af te weren, want Europa liet hem met rust. Er zijn in het einde der vijftiende eeuw nog wel steeds plannen in overweging, vooral bij de Fransche koningen, om de Turken uit Europa te verdrijven, maar de vele verwikkelingen, waarmede de meeste Westersche vorsten in eigen land en onderling, vooral in hun strijd om de heerschappij in Itali?, te kampen hadden, deden die plannen altijd verschuiven. Hadden de Franschen zich kunnen vestigen in Zuid-Itali?, zooals men t
edenheid en nu wilde het ongeluk, dat Bayezid tevens in onmin raakte met zijne eigen zoons, vooral met den derden, Selim. De Janitsaren kozen onmiddellijk voor dezen partij, drongen in 151
wegens steun, door den shah Isma?l aan Turksche opstandelingen bewezen. Het was tevens een godsdienstoorlog, want de Perzen waren sji?tische Muzelmannen, de Turken Soenitische. Perzi? werd niet geheel onderworpen, maar verloor in het Noord-Westen Azerba?djan en in het Westen een deel van Mesopotami? met o.a. de stad Mosoel. In denzelfden tijd onderwierp Selim ook het onafhankelijke Georgi? en Koerdistan, waardoor de Kaukasus de Noordgrens van zijn rijk werd. Het zal in het vervolg van dit korte overzicht onmogelijk zijn telkens terug te komen op de veelvuldige oorlogen van Pe
lief droeg en die heette af te stammen van de Abassiden; van hem kocht Selim de waardigheid van kalief en daarbij den standaard en den mantel van Mohammed, symbolen van het kalifaat. Nu konden Selim en zijne opvolgers, die van khan (vorst van een stam in Azi?) tot emir (een tot den Islam bekeerde vorst, hoofd der geloovigen), sultan (koning), padishah (koning der koningen, keizer) geklommen waren, zich nu ook als opvolgers van Mohammed beschouwen en zich een soort geestelijke oppermacht over alle Mohammedanen aanmatigen. De kaliefwaardigheid bracht natuurlijk aanspraken mede op A
kkeld op dit gebied dan velen zijner voorgangers waren; wreedheid heeft hij niet getoond, op enkele uitzonderingen na. Dat ze in hem was, heeft hij bewezen, toen hij zijn zeer begaafden zoon Moestafa liet worgen (1553), om te voldoen aan een wensch van zijn lievelingsvrouw Roxelane, en toen hij, om diezelfde vrouw te p
ere uitbreiding van het Turksche rijk te voorkomen, verandert één der Europeesche staten geheel van politiek ten opzichte van Turkije: Frankrijk, nog pas dreigende om als bestrijder op te treden, gaat met den sultan verbindingen aanknoopen. Dit was een gevolg van den grooten strijd tusschen de beide in de eerste helft der zestiende eeuw in West-Europa bestaande en elkander bekampende grootmachten: Karel V, regeerende over Span
hinderen. Een jaar later viel Rhodus. De expeditie tegen dit eiland, in den laatsten regeeringstijd van Selim I met groote zorg voorbereid, kostte meer inspanning. Het beleg van de ridders, die in hun sterke vesting zich heldhaftig verdedigden, d
genomen en te Madrid tot een zeer nadeeligen vrede gedwongen. Haast onnoodig is het te zeggen, dat hij dien vrede onmiddellijk na zijne invrijheidstelling verbrak. Op zijn aansporen nu, heet het, heeft Sule?man den oorlog tegen het huis Habsburg aangebonden. Maa
ens over Bohemen, Moravi? en Silezie. De slimme politiek van keizer Maximilaan I, grootvader van Karel V, had dezen tak der Jagellonen-dynastie op dubbele wijze aan de Habsburgers vermaagschapt: Lodewi
aar "graf" gevonden had, viel de hoofdstad van het rijk, Boeda, zonder slag of stoot in handen der Turken en spoedig daarna ook het aan de overzijde van den Donau gelegen Pest. Inwendige verdeeldheid onder de moeilijk te beheerschen Magyaarsche magnaten had de verovering gemakkelijk gemaakt-en vergemakkelijkte eveneens de verdere beheersching van het land. Twee pretendenten dongen naar de kroon
invloed van den Turkschen intocht in Oostenrijk, sloot te Kamerijk vrede met Karel V en verbrak dus zijne verbindingen met Sule?man. Deze vond voor de poorten van Weenen een hardnekkigen tegenstand: alle beschietingen waren vruchteloos, alle bestormingen werden afgeslagen door een klein garnizoen onder den graaf van Salm, dapper gesteund door de burgers Toen de winter begon te naderen, toen de Janitsaren ongeduldig begonnen te worden, besloot Sule?man het beleg op te breken (Oct. 1529); misschien is ook het
dood door Barbarossa zelf onder de souvereiniteit van den sultan geplaatst. Chair-ed-Din werd weldra opperbevelhebber der Turksche vloot en hij veroverde in 1534 Tunis. Hiertegen nu ondernam Karel V zijn eersten tocht naar de Noordkust van Afrika; Tunis werd door hem heroverd (1535). Daardoor werd de oorlog algemeen. Frans I sloot een offensieve en defensieve alliantie met Sule?man, die toen te Bagd
st, die verloor. Toen het in 1539 onder bemiddeling van Frankrijk vrede sloot met Sule?man, moest het weêr eenige plaatsen aan de Adriatische Zee en al de bezittingen, die het nog had in den Peloponesus en in de Aege?sche Zee, op een paar na, afstaan. Frans I zelf had reeds eerder den oorlog gestaakt en den wapenstilstand van Nizza gesloten (1538): hij behandelde dus zijn bondgenoot niet al te nauwgezet. Deze toonde er niet den minsten wrok
teden van en een groot deel van Hongarije werd een Turksche provincie. Zevenburgen en een klein deel van Hongarije, het banaat van Temesvar, kwamen aan Zapolya's zoon Sigismund, toen nog minderjarig. Van het deel, dat Ferdinand had, werden enkele steden veroverd: Gran en Stuhlweissenburg (1543), Visegrad (1544). De algemeene oorlog eindigde in dit laatste jaar, zonder dat ergens groote resu
veral in Hongarije hersteld, maar daarbij bleef het. Evenmin werkte het gezamenlijk optreden van de Turksche en Fransche vloten veel meer uit. Alleen nam de Turksche vloot onder Dragut, den broeder en opvolger van Chair-ed-Din, in 1551 Tripoli9. Nadat Hendrik II buiten Turkije om den wapenstilstand van Vaucelles sloot (1556), toonde Sule?man voor het eerst zijn ongenoegen aan Frankrijk. Beider samenwerking was minder hartelijk, toen Hendrik II weldra den oorlog tegen Philips II hervatte, die in 1559 met den vrede van Cateau-Cambrésis eindigde. Daarmede werd de goede verstandhouding tussc
jn vader gold als de verdediger bij uitstek van het Katholicisme, de onverzoenlijke tegenstander van den Islam. De meest bekende gebeurtenis uit het laatste deel van dien oorlog is het beleg van Malta (1565), dat Sule?man aan de orde van St. Jan, gesteund door Spanje, wilde ontnemen. De poging mislukte en evenzoo was Sule?man's laatste expedi
hier gelijkstaande met achteruitgang? Niet om de meerdere kracht der andere Europeesche staten alleen, want, ofschoon die werkelijk op den duur zich deed gelden, was er toch bij de vele onderlinge oorlogen, vooral in de zeventiende eeuw, gelegenheid
Sirf-Sindughi, d.i. n
zische Timoer-Lenk, d.i. de hinkende Timoer; hij hinkte vanweg
zeren kooi en dergelijk
rksche rijk (1353–1671), is het verschil
ijn om het overzicht van het geheel niet te belemmeren op kaart no.
ven; het zijn menschen u
republiek Ragusa de souverein
wijze gelden als in Walachije: de bo?aren kozen telkens een nieuwen vorst (hospodar), dien de sultan bevestigde. Sc
op de Spanjaarden heroverd; het