icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon

De roman van den schaatsenrijder

Chapter 4 No.4

Word Count: 1391    |    Released on: 04/12/2017

La

ijne verbeelding en mijn pen op hol gebracht. Ik ben weer veel te verre in mijn verhaal den tijd

ch op een en zelfde plekje op te houden, terwijl men weet dat zich alom de vreugdewegen uitstrekken, dat kanalen en rivieren dichtgevroren zijn en dat men zich maar heeft te laten

teloos speuren naar den stroom, die overdag weer afvrat wat de vorst des nachts aanbakte, tot weldra de open geul versmalde en versmalde en eindelijk op een ochte

zou het ijs goed sterk worden; en bovenal zou er niet vóór het goed sterk was, een sleeper door

winter-ochtenden, waarin de zon aan neveligen einder opkomt, gansch rood, gansch rond, als een bol zonder stralen, als een wonder uit een nieuwe, pasgeboren, onbekende wereld. De handen waren verk

n mijn keel deed stokken: Een geloei, een gebrul, schor en akelig-langg

et gevroren, gevroren! Ik kon noch wilde het gelooven en holde naar de vaart toe

ten als glas en ik hoorde het als 't ware schreien onder 't kraken; ik zag de van elkaar gerukte schotsen naar de oevers opkruien en zich daar in de wanhopigste verwarring boven op elkander stapelen, ik zag het reddeloos vernietigen van al die schoone hoop-in-belofte, die bijna reeds werkelijkheid was; en zulk een woede greep mij aan, dat ik mijn beide vuisten balde naar he

p. Er kwamen ook winters waarop het ijs aan de vernielingszucht der menschen ontsnapte en dan

die-dagenlange tochten over de kanalen en

n het kanaal was er een sluis; en dan had men de Leie, de mooie, kronkelende, po?tische Leie, de rivier der dichters en der schilders, die als het ware plat over het land heen lag uitg

en lus der rivier, gansch wit en grijs, met zwarte klokgaten-oogen; lieve torentjes van Vlaanderen, bestaat gij nog? Ik durf aan u haast niet meer denken, zóó zwaar drukken mij heimwee en vrees. Maar zoo

nde broederlijkheid en vrijheid van omgang. De mensch vertoont zich, schijnt zich althans te willen vertoonen, zooals hij werkelijk is. En onder den invloed van het ijs, het schoone ijs der schoone winterdagen, ontlui

n uur of een half uurtje van den vroolijken dag; het was een glimlach en een streeling, een opwekkende prikkeling der zenuwen, iets als de prikkeling der scherp-gezonde lucht, die alles zoo goed en zoo licht en verrukkelijk maakte. Want de grond en de basis van al dat heerlijke genot was en bleef toch steeds het element-zelf waardoor en waarop het gebeurde: het ijs en het schaatsenrijden! En terwijl al die lichte minnarijtjes als het ware om ons heen in de ijle atmosfeer wegwoeien, zweefden wij zelven steeds verder en verder, verslonden wij afstanden en dorpen en kwamen telkens weer in s

En ik reed er weer eens heen en bleef er enkele uren; maar 't was reeds dàt niet meer, de vrijheid trok, de onrust kwelde, de groot

g en verder, de

Claim Your Bonus at the APP

Open