Bavo en Lieveken
kwam een reeds bejaarde man, de meester-klerk ongetwijfeld, hem te gemoet me
wezen; ik was er tegenwoordig en heb mij diep ontroerd gevoeld. Het z
den naam van
gd, dat gij hier een beetje zoudt wachten. Zit neder, mijn vriend. M. Raemdonck zou u goed willen doen, indien het mogelijk is. Hij zou g
l alles doen wat u belieft, mi
ens in het net, op uw best en zonder feilen. Wees niet bevreesd. Daar hebt gij een mode
otdat Bavo, door het hoofd op te heffen en zich om
oogen eene wijl op het papier geves
t verwacht; het zal M. Raemdonck verblijden, want hij draagt u eene ware genegenheid toe, om
de geheele school, mijnheer, te
ze eerst op; vermenigvuldig dan de uitko
maakt, en de meester-klerk bevond met inn
n, mijn vriend," zeide hij; "ik ga M.
inde van eenen gang in eene zaal, waar de eigenaar der fabriek voo
geleerdheid van den jongen?" vroeg h
heeft een geschrift zoo vast en zoo fraai als van eenen ouden klerk; hij kan goed rekenen, heeft een fijn b
ij den klerk, dien gij eergistere
t dezen leerling der gemeenteschool meer nut zal trekken; maar hij is te jong,
n. Wat zou men den zoon van Damhout kunnen gev
ware genoeg om te beginnen. Ik zal den jongen helpen en leeren. Indien
u om uwe goedwilligheid. Zend mi
vo in de zaal en bleef met de klak
s schepte hij behagen in de regelmatige wezenstrekken en i
indien gij vlijtig en verstandig blijft, zult gij waarschijnlijk uwen weg in de wereld maken; maar wat u o
maar op eenen ontroerden toon en met eenen glim van wilskracht, w
drongen zijt van alles, wat uwe arme ouders voo
voor mij doodelijk ziek geworden; mijne moeder heeft nachten z
en, is het u mogelijk, ze b
eer, zoola
ivel staan als helper. Het is een goed middel om tot iets te geraken; maar dit gaat wel
en, mijnheer!" antwoordde
morde M.
jn vader niet meer werken,
nwijst, door u eene loopbaan te openen, waarin men, met uwe geleerdheid en uwen goeden wil, veel spoediger kan vooruitgaan. Ik was voornemens u een boek te geven; maar al de boeken mijner bibliotheek zullen to
et Bavo, de handen dankend opheffend
ardt dus d
n, mijnheer. Ach ja, ja, i
gij u nuttig maakt en u vlijtig toont, zal ik uwe
gij vierhonderd franken trekken; het is ten mi
de verwarde woorden, zegende zijnen weldoener en sprak van zijne moeder en va
enning wil
schrijflessenaar, nam er iets uit, naderd
. Eenen Godspenning wil ik u geven; het zal mijn geschenk zijn. Daar, neem dit, draag het uwen vader met de goede tijding, en poog mijner b
franken ging hij winnen! Welke rijkdom, en hoe zou zijne moeder verbaasd staan en gelukkig zijn bij dit wonderschoon nieuws!
en opende ze. Daar blonken hem twee goud
n, die hem verwonderd nakeken, sprong hij, met de hand in de hoogte, juic
daar is mijn Godspenning! Vader, vader, wij zullen rijk zijn; gij zult leven zonder werken, gij hebt genoeg gedaan voor mij. Moeder zal des
de opgewonden jongen zich lachend
kken, welke hun zoon op de tafel had geworpen; zij in
hals zijner vrouw, drukte haar op zijn
t geluk verschuldigd. Gij zijt meer dan eene moeder voor uwe kinderen, m
echt en kreet, terwijl
eken! Li
gil sprong zijne m
zoon, wat geschi
are armen en zeide met he
f; ik droom, de blijdsch